Ruud Gullit over golf: ‘Die eerste bal blijft altijd spannend’
Ruud Gullit is dit jaar toernooidirecteur van het KLM Open. Als geen ander kan de oud-voetballer genieten van golf maar leidt het soms ook tot frustraties. Ruud is dus als iedere golfer. Over zijn leven als golfer en zijn bewondering voor golfers schreef hij een column.
‘Die eerste bal blijft altijd spannend’
“Ik heb geleerd om nooit naar anderen te kijken. Iedere golfer is namelijk anders, anders gebouwd. Ik kijk zelf ook niet naar YouTube-filmpjes om te leren. Iedereen heeft namelijk een andere swing. De één heeft lange armen, een ander korte. De één is dikker, de ander dunner. Iedereen wil swingen zoals Rory McIlroy, maar niet iedereen is gebouwd zoals Rory. Je moet ontdekken wat voor jou werkt.
Ik had eens een coach die zei: je probeert iets dat je niet kunt. Stop daar nou maar mee. Hij gaf me andere oefeningen die juist wel pasten. Dat werkte direct. Er zijn meer wegen die naar Rome leiden.
Het punt is: als je iets verkeerd aanleert, is het moeilijk af te leren. Ik kijk heus graag naar de topspelers. Maar dan ben ik benieuwd naar hun strategie. Waar willen ze de bal spelen? Wat is hun plan? Gaan ze voor veilig of voor aanvallend. Ik wil het liefst meeluisteren. Dat kon ik een keer bij de Ryder Cup. Toen mocht ik tussen de touwen meelopen en hoorde alles. En dan zie je pas hoe nauwkeurig ze de bal slaan, precies zoals besproken.

Ruud Gullit en Joost Luiten in actie op The International
Voor mij is genieten van golf ook genieten van de plek. Je bent in een mooie omgeving, kunt heerlijk lopen en ook nog een spelletje spelen. Als ik samen met mijn vriendin Karin speel, doen we dat puur om te genieten. We spelen nooit tegen elkaar. Soms wel voor een qualifying kaart, maar nooit competitief. Vaak nemen we muziek mee in de baan. Ik heb dan zo’n speakertje bij me. Dan zijn we echt aan het genieten. Het is mooi dat je ergens aan begint en het dan uitgroeit tot zo’n grote passie. Karin wordt gewoon chagrijnig als ze niet kan spelen.
Ik ben iemand die zich goed voorbereidt op een ronde. Maar dan heb ik het over iets anders dan een uur ballen inslaan. Ik pak voordat ik wegga alles goed in. Ik draag het liefst donkerblauw op de golfbaan. De warming-up staat voor mij het teken van warm worden. Mooie en goede schoenen zijn belangrijk, want je bent vijf uur onderweg. Karin en ik zoeken altijd banen uit waar we kunnen lopen. Een buggy vinden we niks.
Sommige spelers staan zo lang in te slaan tot ze eindelijk het gevoel hebben de perfecte bal te hebben geslagen. Niet doen. Gewoon even inslaan, chippen en putten en dan de baan in.
Die eerste bal blijft spannend, vooral als ik meedoe aan de Dunhill Links in Schotland. Dan staan er ook behoorlijk wat mensen te kijken en is het op tv. Dan denk ik: laat die bal alsjeblieft goed zijn. Gek hè? Ik heb als voetballer in grote stadions gestaan en dan had ik nooit die spanning. Waarschijnlijk omdat ik wist wat ik kon. Dat heb ik bij golf niet. Je hebt het nooit helemaal onder controle en daar moet je mee leren leven.”