In 2013 won Joost Luiten zijn eerste KLM Open. Tien jaar later blikken we in de Week van Luiten terug met drie betrokkenen, die we vroegen naar drie memorabele momenten uit die gedenkwaardige week in september. In deze aflevering: golfjournalist en Ziggo-commentator Gerard Louter
1
“Ik moet nog weleens terugdenken aan Martin Gray, de caddie van Joost toen en ook nu zijn ze al weer een tijdje samen. Ik kende hem als een mooie, nuchtere vent, maar hij was na de overwinning van Joost heel emotioneel. Hij huilde tranen met tuiten. Ik weet nog dat zelfs Joost daarvan stond te kijken. Zo kende hij hem ook niet.”
2
“In 2016 had Joost voor de laatste hole een paar slagen voorsprong en liep hij zelfverzekerd de green van 18 op, maar in 2013 was het natuurlijk heel spannend. Het was koud en er waaide een stevige wind. Toen Jiménez zijn putt miste, hoorde je op en rond de tribunes veel geroezemoes. De toeschouwers durfden nog net niet te juichen. Maar het mooie was dat het ook weer muisstil werd. Dat vind ik in topgolf eigenlijk een van de mooiste dingen: die stilte en de spanning. Joost zei later dat zijn handen bij die laatste putt als een gek trilden, maar dat hij zichzelf ook moed insprak met ongeveer de woorden ‘dit is een puttje van rechts naar links, de meest makkelijke putt voor een rechtshandige golfer en je hebt zo’n puttje al een miljoen keer gemaakt’. Een van de mooiste golffoto’s werd kort daarna gemaakt, waarop Joost de putter in de lucht heeft gegooid en je op de achtergrond Jiménez met zijn armen over elkaar ziet staan. Hij lijkt een beetje nors te kijken, maar toont weinig emotie.”
3
“Voor mij werd Joost in dat toernooi volwassen. We kenden hem natuurlijk van 2007, toen hij met zijn guitige gezicht en zijn gouden schoentjes tweede werd in het KLM Open. Maar in 2013, hoe hij onder lastige omstandigheden hole 18 in de ronde op zondag én in de play-off speelde, was echt heel indrukwekkend. Hij speelde eigenlijk die laatste negen holes heel volwassen. Tot die week was het altijd Joossie, maar daar werd hij Joost.”
